Een constructeur (ook wel bouwmeester) is iemand die zich beroepshalve bezighoudt met het bouwen van apparaten of constructies. Onder apparaten worden bijvoorbeeld schepen, machines en vliegtuigen verstaan. Bij constructies kan je denken aan bruggen, viaducten en tunnels, maar ook woningen, winkels en kantoren. Waar het werk van de architect en ontwerper doorgaans ophoudt, gaat de constructeur verder.
De constructeur is de verbinding tussen ontwerper en bouwer en converteert een ontwerp naar een concrete draagstructuur, die kan bestaan uit o.a. balken, kolommen, vloeren en wanden en deze worden vervolgens doorgerekend. De volgende stap voor de constructeur is materialen kiezen die voor de draagconstructie gebruikt gaan worden. Draagconstructies zorgen voor de stabiliteit (stijfheid) van een bouwwerk. Hierbij zijn de meest voorkomende materialen staal, aluminium, hout, gewapend beton en metselwerk.
Een constructie is alles wat bestaat uit twee of meer aan elkaar gekoppelde onderdelen, welke herleidbaar en onderling met elkaar verbonden zijn. Een object dat uit een element bestaat, zoals een honkbalknuppel, is dus geen constructie. Wanneer men het heeft over de constructie van een tuinhuis, doelt men op de wijze waarop de onderdelen van het tuinhuis aan elkaar verbonden zijn. Dit wordt ook wel construeren genoemd, omdat een constructie feitelijk het resultaat is van construeren. Construeren is het creëren van een object door het combineren van onderdelen of elementen.
Gedurende het construeren worden diverse onderdelen van een constructie met elkaar verbonden, zowel via uitneembare en niet uitneembare verbindingen. Uitneembare verbindingen worden bijvoorbeeld door bouten geconstrueerd en niet uitneembare verbindingen middels lijmen of lassen. Het is belangrijk dat er van te voren wordt nagedacht over de samenstelling van een bepaalde constructie. De achterliggende gedachte hiervan is dat de wijze waarop onderdelen met elkaar zijn verbonden, consequenties heeft voor de kwaliteit en duurzaamheid van een constructie. Hierbij wordt de term constructieleer van ogenblikkelijk belang. Constructieleer wordt gedefinieerd als de wetenschap van het bouwen van constructies, zoals tunnels, bruggen, viaducten en woningen.
De taken van constructeurs zijn over het algemeen als volgt:
Constructeurs werken bijvoorbeeld bij een aannemersbedrijf, ingenieursbureau of een fabrikant van bouwproducten. Mensen met wie ze te maken hebben zijn onder meer, behalve opdrachtgevers en leveranciers: projectleiders, architecten, bouwkundig tekenaars, CAD-tekenaars, stedenbouwkundigen en ingenieurs.