Een asbestverwijderaar of asbestsaneerder is iemand die op professionele basis asbest verwijdert op plaatsen waar asbest is aangetroffen door een asbestinspecteur.
Asbest wordt gebruikt als verzamelnaam voor een aantal specifieke mineraalsoorten (silicaatmineralen) met een zeer fijne vezelstructuur. De naam asbest komt van het Griekse woord ‘asbestos’ dat onverwoestbaar of overgankelijk betekent. De verschillende mineralen chrysotiel/serpentijn (wit asbest), amosiet (bruin asbest), crocidoliet (blauw asbest), tremoliet (grijs asbest), actinoliet (groen asbest) en anthofyliet (geel asbest) zijn niet met het blote oog waarneembaar. Alleen microscopisch onderzoek kan dat uitsluiten.
Vanaf de oudheid tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd asbest veel gebruikt in bouwwerken. Vooral in woningen en andere gebouwen was het gebruik van asbest populair, vanwege de kracht, slijtvastheid, brandwerendheid en de isolerende eigenschap die het heeft. Daarnaast is het een goedkope grondstof.
Asbest werd onder andere toegepast in de volgende vormen:
Sinds 1994 is het gebruik van zowel hechtgebonden (oa. asbestcement) als niet-hechtgebonden asbest (o.a. spuitasbest) in de bouw verboden, vanwege de gezondheidsrisico’s die het oplevert. In gebonden toestand is asbest ongevaarlijk, maar losse asbestvezels zijn schadelijk voor de luchtwegen. Blootstelling aan asbestvezels kan aandoeningen als longkanker, asbestose (stoflongen), asbestpleuritis, pleuraverdikking en maligne mesothelioom (o.a. buikvlies- en longvlieskanker) veroorzaken.
Asbestverwijderaars houden zich bezig met de meest uiteenlopende werkzaamheden omtrent asbestsanering. Voorbeelden hiervan zijn:
Vaak werken asbestverwijderaars voor aannemersbedrijven, sloopbedrijven, ingenieursbureaus, milieutechnisch adviesbureaus of gespecialiseerde asbestverwijderingsbedrijven. Ze komen tijdens hun werk in aanraking met bijvoorbeeld asbestinspecteurs en (bouwkundig) ingenieurs.