Aardbevingen zijn krachtige geologische fenomenen die plaatsvinden wanneer de aarde's tektonische platen bewegen of tegen elkaar botsen. Deze bewegingen veroorzaken energie die zich in de vorm van seismische golven door de aarde verspreidt, resulterend in het schudden van de grond. Aardbevingen kunnen aanzienlijke schade veroorzaken, vooral in dichtbevolkte gebieden.
Het begrijpen van aardbevingen en hun potentiële impact is cruciaal voor het ontwikkelen van effectieve plannen voor risicobeperking en noodrespons. Door voorbereid te zijn, kunnen gemeenschappen hun veerkracht versterken en sneller herstellen na een aardbeving.
Een aardbeving is een trilling of schokkende beweging van de aardkorst. Aardbevingen vinden plaats als er in de aardkorst plotseling veel energie vrijkomt. De energie plant zich dan in een golfbeweging vanuit het centrum naar de omgeving voort. Het denkbeeldige punt waar de beving ontstaat, het zwaartepunt van de energiedichtheid, heet het hypocentrum. Het punt aan het aardoppervlak daar loodrecht boven wordt het epicentrum genoemd. Een lijn van gelijke bevingsintensiteit rond een epicentrum heet een isoseist. Seismologie is de wetenschap van aardbevingen. Tijdens een aardbeving treden tribo-elektrische effecten op in de vorm van lichtflitsen.