Spoedeisende geneeskunde, ook bekend als ongevallen- en spoedeisende hulp, is het medische specialisme dat zich bezighoudt met de zorg voor ziekten of verwondingen die onmiddellijke medische aandacht vereisen. Spoedeisende artsen zorgen voor ongeplande en ongedifferentieerde patiënten van alle leeftijden. Als eerstelijnsaanbieders is hun primaire verantwoordelijkheid het initiëren van reanimatie en stabilisatie en het starten van onderzoeken en interventies om ziekten in de acute fase te diagnosticeren en te behandelen. Spoedeisende artsen oefenen over het algemeen op spoedeisende hulpafdelingen van ziekenhuizen, pre-ziekenhuisomgevingen via medische nooddiensten en intensive care-afdelingen, maar kunnen ook werken in instellingen voor eerstelijnszorg zoals spoedeisende zorgklinieken. Subspecialisaties van spoedeisende geneeskunde omvatten rampengeneeskunde, medische toxicologie, echografie, intensive care-geneeskunde, hyperbare geneeskunde, sportgeneeskunde, palliatieve zorg of ruimtevaartgeneeskunde.
Internationaal bestaan er verschillende modellen voor spoedeisende geneeskunde. In landen die het Anglo-Amerikaanse model volgden, was spoedeisende geneeskunde oorspronkelijk het domein van chirurgen, huisartsen en andere huisartsen, maar in de afgelopen decennia is het erkend als een specialiteit op zich met zijn eigen opleidingsprogramma's en academische posten, en de specialiteit is nu een populaire keuze onder medische studenten en nieuw gekwalificeerde artsen. In landen die het Frans-Duitse model volgen, bestaat de specialiteit daarentegen niet en wordt medische noodhulp in plaats daarvan rechtstreeks verleend door anesthesiologen (voor kritische reanimatie), chirurgen, specialisten in interne geneeskunde, kinderartsen, cardiologen of neurologen, naargelang het geval. In ontwikkelingslanden evolueert de spoedeisende geneeskunde nog steeds en internationale spoedeisende geneeskundeprogramma's bieden hoop op verbetering van de basale spoedeisende hulp waar de middelen beperkt zijn.