Hekserij, traditioneel het uitoefenen of inroepen van vermeende bovennatuurlijke krachten om mensen of gebeurtenissen te beheersen, praktijken die typisch met tovenarij of magie gepaard gaan. Hoewel anders gedefinieerd in ongelijksoortige historische en culturele contexten, werd hekserij, vooral in het Westen, vaak gezien als het werk van trawanten die 's nachts in het geheim bijeenkomen, zich overgeven aan kannibalisme en orgiastische riten met de Duivel of Satan, en zwarte magie uitvoeren. De aldus gedefinieerde hekserij bestaat meer in de verbeelding van tijdgenoten dan in enige objectieve werkelijkheid. Toch heeft dit stereotype een lange geschiedenis en vormt het voor veel culturen een levensvatbare verklaring voor het kwaad in de wereld. De intensiteit van deze overtuigingen wordt het best weergegeven door de Europese heksenjachten van de 14e tot 18e eeuw, maar hekserij en de bijbehorende ideeën zijn nooit ver verwijderd van de oppervlakte van het populaire bewustzijn en vinden - ondersteund door volksverhalen - van tijd tot tijd expliciete aandacht in populaire televisie en films en in fictie.