In muziek is harmonie het proces waarmee de compositie van individuele geluiden, of superposities van geluiden, wordt geanalyseerd door te luisteren. Gewoonlijk betekent dit gelijktijdig optredende frequenties, toonhoogtes (tonen, noten) of akkoorden.
Harmonie is een perceptuele eigenschap van muziek, en samen met melodie is het een van de bouwstenen van westerse muziek. Zijn perceptie is gebaseerd op consonantie, een concept waarvan de definitie in de westerse muziek verschillende keren is veranderd. In een fysiologische benadering is consonantie een continue variabele. Consonante toonhoogterelaties worden beschreven als prettiger, welluidender en mooier dan dissonante relaties die onaangenaam, dissonant of ruw klinken.
De studie van harmonie omvat akkoorden en hun constructie, akkoordprogressies, het omvat ook de principes van verbinding die hen beheersen.
Van harmonie wordt vaak gezegd dat het verwijst naar het 'verticale' aspect van muziek, in tegenstelling tot de melodische lijn, of het 'horizontale' aspect