In een relatief recent verleden was het gaming-ontwerp beperkt tot alleen 2D. Pas halverwege de jaren 90 begonnen 3D-games snel grip te krijgen. Destijds kon je verwachten dat 3D-games 2D volledig buiten bedrijf zouden stellen. Bijna drie decennia later gaan 2D-games echter nog steeds goed.
De uitleg is simpel: zowel 2D als 3D hebben hun eigen voor- en nadelen, en worden in verschillende situaties toegepast. In deze review analyseren we de verschillen tussen 2D- en 3D-games, de toepassingsgebieden en wat je nodig hebt om ze te maken.
2D-spellen zijn lineair. Het personage kan binnen het scherm in verschillende richtingen bewegen, maar uiteindelijk is het een voorwaartse beweging die een beginpunt en een eindpunt heeft. De beweging in 3D-games is in de regel onbeperkt en het personage kan de wereld in elke richting verkennen.