De functie van de ontsteking is er voor te zorgen dat de bougie in elk aanwezige cilinder op het juiste moment (timing) zal vonken en er zo in combinatie met de ingespoten brandstof en de compressieslag een ontbranding zal ontstaan.

De meest oude ontsteking zit in het motorblok gemonteerd en wordt via een tandwiel vanuit het motorblok aangedreven. Deze ontstekingen zijn voorzien van contactpuntjes en in een later stadium uitgevoerd met een elektronische ontsteking. Bij deze ontstekingen werd het juiste ontstekingstijdstip met een ontstekingslamp (stroboscoop, timinglamp)afgesteld. Via een bobine wordt de hoogspanning aan de ontsteking geleverd. De verdeling van de hoogspanning naar de bougies verloopt via de verdelerkap die op de ontsteking is gemonteerd. Onder deze verdelerkap draait de rotor, die zo op het juiste moment naar de juiste cilinder (bougie) de hoogspanning bezorgd.

De mechanische ontsteking wordt vervangen door de computer aangestuurde ontsteking. Bij deze verandering werd ook het systeem van de bobine veranderd. Zo kennen we bijvoorbeeld het DIS ontstekingssysteem (Distributorless Ignition System) of het systeem waarbij elke cilinder (bougie) een eigen bobine heeft. Bij al deze systemen word de ontsteking en dus het ontstekingstijdstip vanuit de ECU geregeld.

Het aller grootste voordeel van deze verandering is dat de veel voorkomende ontsteking problemen als versleten of ingebrande contactpunten, vocht in de verdelerkap of een verlopen ontstekingstijdstip tot het verleden behoren.