Vind een opleiding

Opleidingen - Anatomie - longen

Wat is Anatomie - longen ?

Longen zijn gepaarde ademhalingsorganen van gewervelde dieren, met uitzondering van de meeste vissen en sommige amfibieën.

In de longen vindt gaswisseling plaats tussen lucht en bloed ten behoeve van het metabolisme. De longen van zoogdieren zijn geen 'holle' ruimtes die gevuld worden met lucht, maar hebben een sponsachtige structuur zodat het oppervlak waar gasuitwisseling mogelijk is veel groter wordt. De longen van amfibieën zijn wel te vergelijken met een lege zak, die weinig efficiënt is. Ze ademen daarom door keelademhaling en door de huid.

 

 

Bij de mens is de rechterlong wat groter dan de linker, wat samenhangt met het feit dat het hart grotendeels links zit. De rechter long heeft drie longkwabben; de linker bijna altijd (op ±5% na) twee. De middelste kwab van de linker long is rudimentair en wordt 'lingula' ('tongetje') genoemd.

De ingeademde lucht stroomt door de luchtpijp of trachea die zich bij de carina splitst in twee bronchiën, die de lucht verder voeren in een systeem van steeds meer, en steeds fijner vertakte, pijpjes tot ze uiteindelijk terechtkomt in de zeer kleine longtrechtertjes. De wanden daarvan zijn uitgestulpt tot kleine zakjes, de alveolenzakjes, met elk een tiental blaasvormige uitstulpingen, de alveolen of longblaasjes. Deze worden omgeven door een netwerk van zeer fijne bloedvaatjes. De zuurstof in de blaasjes passeert, onder invloed van de concentratiegradiënt, een uiterst dun vlies (membraan) gevormd uit een eencellige laag van endotheelcellen, en komt zo in deze haarvaten. In het bloed van de haarvaten wordt de zuurstof voor het grootste deel aan hemoglobine gebonden. Om de long ligt het longvlies, de pleura. De pleura bestaat uit twee bladen, de pleura visceralis die aan de long vastzit en de pleura parietalis die aan de binnenkant van de borstwand vastzit. Tussen deze twee vliezen zit wat vocht waardoor ze ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven (vergelijk 2 glazen platen met water ertussen). De long is elastisch en wil van zichzelf inklappen, maar door de onderdruk tussen de longvliezen aan de binnenkant van de borstwand gebeurt dat niet. De long volgt normaliter de bewegingen van de borstwand. Als er lucht tussen de twee pleurabladen komt, bv. door een messteek in de borstkas, valt de onderdruk tussen de 2 pleurabladen weg en kan de long samenvallen: er ontstaat een klaplong, ofwel een pneumothorax. Ditzelfde gebeurt bij een ruptuur (breuk) van een of meer alveoli: er stroomt dan lucht vanuit de long de pleuraholte in.

meer anatomie

Overzicht cursussen Anatomie - longen