La Niña is simpelweg het versterkte effect van de normale omstandigheden. Bij normale omstandigheden waait er over de Grote Oceaan een oostelijke wind. Zeewater wordt hierdoor van Peru naar Indonesië geblazen. Voor de kust van Peru ontstaat ruimte voor het opwellen van koud diepzeewater. Dit water bevat veel voedingstoffen voor leven in het water en is daarom goed voor visvangst. Omdat het opwellende diepzeewater koud is koelt de lucht boven de oceaan af. Koude lucht daalt en er ontstaat een hogedrukgebied boven Peru. Het is er droog. Dit is een van de redenen dat er soms vlak naast water (zee/oceaan) een woestijn is.
Bij indonesië en Australië gebeurt het omgekeerde: aanvoer warm water uit het oosten → warmte lucht wordt verder opgewarmd → lucht stijgt op → lagedrukgebied wordt versterkt → veel regen (tropische regenwouden). Normale omstandigheden kunnen worden versterkt door grotere luchtdrukverschillen/ sterke passaten/ sterke zeestromen van oost naar west. In het geval dat normale omstandigheden worden versterkt gebruiken we de term La Niña.